Ondergronds oerwoud

© 2003 Henk Leenaers, Chris Bremmer en Rob van der Krogt

Zo keurig aangeharkt als Nederland er vanuit de lucht uitziet, zo groot is de wanorde onder de grond. Wie graaft of boort in de wirwar van gasleidingen en elektriciteitskabels onder zijn voortuin speelt "Russisch roulette", beweren deskundigen op 22 april in NRC Handelsblad. Omdat de branche van kabeltrekkers en boorbedrijven zelf niet in staat blijkt de ondergrondse kluwen te ontwarren, moet de overheid centrale registratie verplicht stellen, is de eensluidende reactie van enkele politici. Zoniet, dan is het "wachten op de grote klapper", volgens het Centrum voor Ondergronds Bouwen.

Het alsnog in kaart brengen van de ondergrondse spaghetti zal het veiligheidsrisico bij graaf- en boorwerk ongetwijfeld verkleinen. Maar om chaos onder de grond écht te voorkomen, moet ook het gedrang van andere pioniers in goede banen worden geleid. In navolging van Jules Verne zijn tunnel- en parkeergaragebouwers, zand- en zoutboeren, olie- en bodemwarmtewinnaars en energie- en drinkwaterbedrijven al flink gevorderd bij hun ontdekkingstocht naar het middelpunt van de aarde. Dat vraagt om regie.

Hoe druk het is onder de grond bleek bij de tracékeuze van de Noord-Zuidlijn onder Amsterdam. Door een dicht woud van houten funderingspalen volgt de metro een smal gangetje; de enige vrije route volgt het eeuwenoude stratenpatroon. In een dichtbevolkte stad als Tokyo is de ondergrond inmiddels veranderd in een ondoordringbare jungle, waarin alleen Indiana Jones zich op zijn gemak zou voelen. Japanse ingenieurs moeten het doen zonder kapmes en boren hun tunnels daarom onder het probleem door, met metrostations op 60 of 70 meter diepte tot gevolg. Duur, onpraktisch, onveilig.

"Wie het eerst komt, het eerst maalt", zo luidt de ongeschreven regel onder de grond. Na de leidingstraten, funderingspalen en tunneltracés legt warmte- en koudeopslag de volgende ruimteclaim. Tot 2020 wil de Nederlandse regering het aantal woningen en kantoren dat gebruik maakt van bodemwarmte drastisch vergroten. Een groot deel van de 500.000 nieuwbouwwoningen en 60.000 renovatiewoningen wordt daarom aangesloten op een stelsel van 5 à 10 met antivries gevulde kunststofbuizen per woning, vijf keer zo diep als een funderingspaal. Wie over twintig jaar daarónder een nieuwe ondergrondse functie wil realiseren, mag zich gaan bekwamen in het bouwen op 100 meter diepte. Met 60 meter is de Westerscheldetunnel voorlopig houder van het Nederlandse diepterecord ondergronds bouwen.

Geen vuurwerkfabriek in een woonwijk en geen snelweg door beschermd natuurgebied. Boven de grond vinden we het vanzelfsprekend om conflicterende functies te scheiden. Onder de grond is dat besef nog niet doorgedrongen. We verlagen de grondwaterstand in historische binnensteden waardoor houten funderingspalen gaan rotten, we leggen zoveel warmte/koude-installaties aan in het Utrechtse Universiteitscomplex dat ze elkaars werking verstoren, we maken in Heerlen een winbare voorraad zilverzand onbereikbaar door er een woonwijk op te zetten en we plannen een VINEX-wijk op het diepste punt van Nederland met grondwaterstandverlaging in de wijde omgeving tot gevolg. Omdat de eigenschappen en het gedrag van de ondergrond zélf geen rol spelen bij het inrichten van de ondergrondse ruimte, leren we deze harde lessen in de praktijk. Bekommert het waterschap zich om het water, de provincie om de ruimtelijke ordening en de gemeente om de leefbaarheid, voor bodem en ondergrond ontbreekt een belangenbehartiger in de discussie over de inrichting van Nederland. Geen wonder dat er af en toe een vuiltje onder het tapijt verdwijnt. Terugdraaien van zo'n vergissing is vaak erg duur: het schoonmaken van de bodem kost de Nederlandse maatschappij 1 miljard Euro per jaar.

Zoals de pioniers Noord-Amerika van oost naar west ontdekten, ontginnen wij de ondergrond nu van boven naar beneden. Terecht wordt daarom aandacht gevraagd voor de eerste horde die we tegenkomen: het gevaar van kabels, leidingen en buizen. Maar willen we ook in de toekomst kunnen profiteren van bodemschatten als drinkwater, delfstoffen, energie en ruimte, dan kunnen we niet volstaan met het ontwarren van de leidingenknoop met een centrale registratie. Het benutten van de mogelijkheden van Moeder Aarde zonder het aardse systeem te ontregelen en zonder dat functies elkaar in de weg zitten, vraagt om een volwaardige plaats van de ondergrond in het ruimtelijke ordeningsproces. Een goede kaart is essentieel om zonder brokken de ondergrondse jungle te doorkruisen, maar wie zich er voor langere tijd wil vestigen doet er verstandig aan zich vooraf af te vragen welke bomen hij kapt en welke hij laat staan. Nu de druk op de ondergrondse ruimte toeneemt, is het de hoogste tijd dat de overheid een boswachter aanstelt die orde schept en bewaakt in het oerwoud onder de grond.


Gepubliceerd in de NRC Handelsblad