Krent

© 2005 Henk Leenaers

Bedelaars zijn het. Over enkele weken staan ze weer voor mijn deur. Houden ze hun hand op omdat ze een jaar lang ongevraagd het Stadsblad door de brievenbus hebben gegooid. Of de Citycourier. Als krant vermomd reclamedrukwerk, hooguit geschikt als kattenbakvulling. Maar dit jaar doe ik wat ik me al jarenlang voorneem: ik geef geen krimp, van mij krijgen ze geen rooie cent. Want sinds ik weet waarom ik geef aan bedelende pubers, vriendelijke collectanten en andere voordeurschooiers, ben ik de schaamte voorbij.

Vorig jaar ging het nog mis met mijn krenterige plannen. Stuurde ik mijn oudste zoon met een stuiver naar de voordeur toen er weer zo'n slungel aanbelde. Ontmoediging door onderbetaling, luidde toen mijn strategie. Bleek ik de enige die ik wél royaal wilde belonen, de bezorger van mijn lijfkrant, te hebben afgescheept. Tevens kind van een goede kennis, zo vernam ik toen mijn eersteling met een beteuterd gezicht terugkeerde van de voordeur. Na halsoverkop een briefje van vijf in een envelop te hebben gefrommeld, ben ik met hangende pootjes achter de bevriende bezorger aangefietst, in een gênante poging te redden wat er te redden viel.

Maar dit jaar doe ik het anders. Want nu is het wetenschappelijk bewijs geleverd dat fooien geven, collectebussen vullen, storten op giro 555 en meedoen aan goede doelen helemaal niets van doen heeft met altruïsme. Geen greintje goedheid zit er achter. Nee, het komt allemaal voort uit ijdelheid en egoïsme, zo weet Jeroen van de Ven, winnaar van de Christiaan Huygens Wetenschapsprijs, die het waarom van goedgeefgedrag voor ons uitzocht. Hij ontdekte dat gevers veel guller worden naarmate hun ego meer wordt gestreeld. Want hoe meer geld je geeft, hoe hoger je sociale status. Niet voor niets belonen Amerikaanse universiteiten hun sponsors door een collegezaal naar ze te vernoemen. En publiceren ze aan de andere kant van de Atlantische Oceaan steevast de namen van donateurs.

In het ingetogen Nederland ging dat lange tijd veel subtieler. Donateurs bleven anoniem. Maar wie geld overmaakte naar Artsen zonder Grenzen kreeg wel een bedrukte mok cadeau - voor op de schoorsteenmantel, goed in het zicht. En wie het Wereld Natuurfonds sponsorde ontving zo maar een pluchen sleutelhanger - kon iedere collega en caissière zien hoe vrijgevig je was. Maar na de tsunami gingen ook hier alle remmen los. Met zijn allen op de buis, lekker schreeuwen met De Leeuw en bellen met Balkenende. Allemaal voor de ontheemde Thai. En net als in de VS wierp al die egotripperij ook hier zijn vruchten af, want nooit is er zoveel geld opgehaald als na de verwoestende zeebeving.

Maar ik houd voortaan de knip dicht voor de hartstichting, de kankerbestrijding en de krantenbezorger. Want míj lijkt niets erger dan te worden ontmaskerd als ijdeltuit. Nee, in een nieuwe poging mijn integriteit te behouden zet ik dan nog liever mijn aanzien bij kennissen en collega's op het spel. Het giroboekje blijft voortaan dicht, en met dank aan de wetenschap kan mijn goede voornemen niet meer stuk. Nu snel even de deur opendoen voor dat aardige meisje van de overkant. Fijn, de kinderpostzegels zijn binnen. Mooi op tijd voor de kerstkaarten.