Oliedom

Met slimme technologie pompt Shell zijn olievelden straks voor de helft leeg. Nu nog maar voor eenderde.

© 2006 Henk Leenaers

Ondanks een recordwinst van ruim 26 miljard dollar over 2005, wist Shell topman Jeroen van der Veer afgelopen maand niet alle beursanalisten tevreden te stellen. Want het energieconcern teert in op zijn olie- en gasreserves, zo vertellen critici in NRC Handelsblad. Voor iedere 100 vaten olie die het oliebedrijf afgelopen jaar produceerde, voegde het er maar 60 à 70 toe aan zijn reserves.

Dat komt niet alleen doordat het oliebedrijf bij het zoeken naar nieuwe olievelden de afgelopen jaren minder geluk had dan zijn concurrenten. Nee, veel belangrijker is dat níemand in deze sector in staat is zijn olie- en gasvelden tot de laatste druppel leeg te pompen. Gemiddeld halen oliemaatschappijen niet veel meer dan éénderde van alle olie of gas uit een veld, en vaak is dat zelfs aanzienlijk minder: onder Schoonebeek bleef wel 80% van de aanwezige olie in de grond achter. En in Oman zijn olievelden die maar liefst 90% water produceren, aldus Berend Scheffers van de business unit Geo-Energie en Geo-Informatie. 'Als operator is Shell daar eerder waterbedrijf dan olieproducent.'

Samen met TNO en de TU Delft ontwikkelt Shell nu technologie waarmee het olie- en gasvelden veel verder kan leegpompen. Net als een patiënt aan de monitor op de intensive care, wordt de binnenkant van zo'n 'slim olieveld' continu in de gaten gehouden met sensoren. Deze meten in de verschillende gesteentelagen de druk, de temperatuur en de vloeistofstroming. Via een glasvezelkabel seinen de sensoren hun meetgegevens door naar het aardoppervlak, waar experts vaststellen of er olie of water toestroomt. Zodra een laag water of gas produceert in plaats van olie, sluit de operator de klep die de betreffende laag toegang biedt tot de productieput.

Met dit stelsel van sensoren en bedienbare kleppen heeft de operator er, ten opzichte van een traditioneel olieveld, dus een stel 'voelsprieten' en 'handen' bij gekregen. Dat was hard nodig volgens Pieter Kapteijn van Shell, want de manier waarop we nu olie produceren is net zo moeilijk als vanaf de top van de Domtoren beneden een glas cola leegdrinken met een rietje. In het donker, wel te verstaan, maar ook daar is iets op gevonden. Door geluidsgolven uit te zenden 'belichten' slimme olievelden de structuur van de ondergrond en aan de teruggekaatste trillingen kunnen geologen zien welke gesteenten ze kunnen aantreffen, waar breuken zitten en of er water in de grond zit. Naarmate de olieproductie in een veld vordert, neemt zo ook de geologische kennis over de ondergrond toe.

Shell verwacht dat het met deze slimme technologie zijn olievelden straks tot de helft kan leegpompen. Nu is dat gemiddeld nog maar éénderde. Terecht verbaast Scheffers zich erover dat het Innovatieplatform en de Europese onderzoeksprogramma's geen rooie cent over hebben voor dit onderzoek: 'Iedere extra procent olie of gas die we uit bestaande velden weten op te pompen, is wereldwijd goed voor twee jaar energieconsumptie'. Omdat alleen al in bestaande velden nog genoeg olie en gas zit voor een hele generatie, vindt hij dat het kabinet veel te vroeg afscheid neemt van fossiele brandstoffen. Niet alleen dat, zou ik zeggen. Het is vooral heel dom.


Gepubliceerd in het personeelsblad van TNO Bouw en Ondergrond