Angst voor asbest in de bodem is onnodig

Asbest is altijd goed voor een vette kop of een schrijnend beeld. Er hoeft maar een golfplaat van een schuurtje te waaien of de media sturen er een verslaggever op af. Dat is juist het grote probleem. Ook in Goor.

© 2002 Henk Leenaers

Media houden van asbest. Als bij een asbestprobleem ook nog de 'mannen in witte pakken' uitrukken, ontbreekt zelfs het NOS-journaal niet. Het levert vreemde televisie op: sjekkies rokende buurtbewoners staan braaf achter rood-witte linten, terwijl met filtermaskers uitgeruste mannen een paar meter verderop hun voortuintjes uitkammen. Op zoek naar een restje astbest uit de tijd dat dat nog een populair bouwmateriaal was. Is de angst voor asbest in de bodem wel terecht? En als de overheid de normen versoepelt tot een realistisch niveau, kunnen die maskers dan voortaan niet gewoon af?

Alle landelijke kranten schreven de afgelopen maanden over De Hogenkamp, een wijk in Goor waarvan de bodem is verontreinigd met asbest. 'Asbestpaniek' kopte NRC Handelsblad op 20 oktober boven een paginagroot artikel over deze gemeente die zich verschuilt achter een 'schonegrondverklaring', waar een wethouder geen antwoord geeft op de vraag waarom de bodem niet is onderzocht voorafgaand aan de woningbouw, en waar onduidelijkheid bestaat over de vraag of de verontreinigde grond uiteindelijk wel of niet is afgevoerd. En om de verwarring compleet te maken hanteren de twee betrokken ministeries, VROM en SZW, niet dezelfde asbestnorm voor de bodem.

Voor het Nationaal Risico Platform bodemverontreiniging (NARIP) organiseer ik sinds 1997 discussiemiddagen over de risico's van bodemverontreiniging. Risicocommunicatie is daarbij een terugkerend onderwerp. We leren deelnemers dat er meer factoren zijn die bewoners bang maken, dan alleen de ernst van de verontreiniging of de kans op gezondheidsschade. Ook al is de kans maar 1 op 100 miljoen dat je overlijdt na blootstelling aan de maximaal toelaatbare concentratie asbeststof in de lucht, de mensen in Goor slapen er niet beter van. Een gokverslaafde geneest ook niet door hem te zeggen dat de kans dat hij de lotto wint kleiner is dan de kans dat hij door de bliksem wordt getroffen. En omdat vrijwel niemand zich laat geruststellen door zo'n extreem kleine kans, zijn het andere factoren die angst veroorzaken: media-aandacht ('als er niets aan de hand is, wat doet die tv hier dan?') en onduidelijke uitspraken van overheidsinstanties.

Sinds de affaire Lekkerkerk eind jaren 70 is Nederland bang voor bodemverontreiniging; in de krant en op tv aangeduid als 'gifgrond'. De tv-beelden van toen lijken erg op die van nu: grijparmen, graafmachines en met maskers uitgeruste mannen die tuinen omploegen en grond onder huizen weggraven. Alleen de vaten met doodshoofden ontbreken deze keer.

Gedreven door angst bij het publiek ontwikkelde de overheid in de jaren 80 een stelsel van wetten en regels gericht op het weer schoonmaken van de bodem. Spic en span. In de loop der tijd bleek deze aanpak te duur en wezen deskundigen er op dat de risico's van bodemverontreiniging voor de volksgezondheid verwaarloosbaar klein zijn. Een bekend milieutoxicoloog heb ik ooit horen zeggen dat 'er in Nederland nog nooit iemand is doodgegaan aan bodemverontreiniging'.

Bijna twintig jaar na 'Lekkerkerk' is de media-aandacht grotendeels weggeëbd, is het bodemsaneringsbeleid versoepeld en accepteren we in veel gevallen de minimale gezondheidsrisico's van een bodem die niet vlekkeloos schoon is. De kosten voor bodemsanering zijn hierdoor drastisch verlaagd.

Met de huidige asbest-hype in de media is de kans groot dat de kosten voor de maatschappij weer flink gaan oplopen. Experts schatten dat asbest in de bodem een belemmerende factor is op 50 procent van de te ontwikkelen bedrijfs- en woningsbouwlokaties en dat het twee tot negen miljard euro kost om dat onder de huidige regelgeving op te lossen. Terwijl nu al bekend is dat de feitelijke gezondheidsrisico's van asbest in de bodem vrijwel afwezig zijn en laboratoriumstudies uitwijzen dat de normen voor asbest in de bodem een factor 5 é 10 te streng zijn. Media-aandacht voor asbest is ongetwijfeld niet te stoppen, maar het vertrouwen in de overheid neemt beslist toe als het de normen direct versoepelt tot een realistisch niveau. Dan kunnen de mannen in het wit zonder masker hun werk doen als er een camera meekijkt.


Gepubliceerd in Twentsche Courant Tubantia