Heilgym voor het hart

Met een regelmatige hartslag presteer je beter, zo luidt het idee achter het dagelijkse uurtje hartgymnastiek waarop managers van Shell en Unilever zichzelf trakteren. Wetenschappers hebben zo hun twijfels.

© 2003 Henk Leenaers

'This is too good to be true,' dacht Nynke Roukema toen ze in 2001 kennismaakte met een methode om beter te gaan presteren door training van haar hartritme. Destijds was ze Hoofd Management Development bij Unilever Nederland, sinds een half jaar werkt ze bij een wereldwijde tak van hetzelfde bedrijf: het Global Center of Expertise for Learning and Organisation Effectiveness. 'Wij zoeken en beoordelen de beste tools in de wereld op het gebied van leiderschapsontwikkeling en effectiviteit,' meldt ze per mobiele telefoon uit London, 'en dit is er één die we nu bekijken en evalueren.' Tijdens een training van één dag leerde ze twee jaar geleden een combinatie van ademhalingsoefeningen en visualisatietechnieken, die ze nog steeds gebruikt om conflictsituaties te beheersen en opkomende irritaties te onderdrukken. 'Maar ook privé heb ik baat bij de dagelijkse oefeningen met mijn hart,' vertelt ze, 'na werktijd heb ik meer energie over, kan ik me beter concentreren en lukt het me om bewust "uit mijn hoofd" te stappen.'

Tussen grote internationale ondernemingen als Hewlett-Packard, AT&T, Boeing, Sony en Cisco Systems staan ook publieke organisaties als de Wereldbank op de klantenlijst van Heartmath, de Amerikaanse firma die sinds 1998 hartritme-trainingen aanbiedt voor senior en midden managers. Tijdens een trainingsmiddag vertelt Robert Erdbrink, directeur van het Centrum voor Leiderschapsontwikkeling uit Bunde en licentiehouder voor Heartmath in Nederland, welke bedrijven in eigen land experimenteren met deze nieuwe trainingsvorm: 'De afgelopen vijf jaar hebben we in totaal 1500 mensen getraind, waarvan het grootste deel bij Shell. Bij BP trainden we enkele honderden mensen, bij Philips en Unilever enkele tientallen.'

'Ontvang het applaus maar,' zegt Kees Blase met een lage, rustige stem, 'geniet ervan.' Een dag trainen met het hart begint met het ervaren van het verschil tussen het positieve gevoel van waardering en het negatieve gevoel van falen. Bij het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum in Utrecht traint Blase schoolleiders in inspirerend leidinggeven. Hij vraagt de deelnemers hun voeten stevig op de grond te zetten, hun ogen te sluiten en hun aandacht op het "borst-hart gebied" te richten. Terwijl ze een dierbaar moment in hun hoofd herbeleven, bekijkt Blase hun gelaatsuitdrukking en ademhaling. 'Om somber te kijken gebruik je wel driehonderd spieren, om te glimlachen maar tachtig,' legt hij na afloop uit, 'geen wonder dat je zo moe wordt als je slecht in je vel zit.'

Even later laat Blase zien wat er met de hartslag gebeurt onder invloed van ademhaling. Met zijn vinger in een sensor zit een cursist voor een computerbeeldscherm, het programma FreezeFramer geeft biofeedback: de hartslag als getal in het midden van het scherm, het verloop van het hartritme - de tijd tussen twee hartslagen - als grafiek linksonder. Binnen een minuut lukt het om met een regelmatig ademhaling het hart te temmen. De hartslag zakt tientallen slagen per minuut en de Alpiene pieken en dalen van de hartritmegrafiek gaan langzaam over in een regelmatig golvend heuvellandschap. Een groen balkje rechtsonder op het scherm gaat aan en verklapt dat het hartritme nu 'coherent' is, de aanvankelijke roffel in de ribbenkast slaat nu regelmatig. Blase leert hoe je de 'hartcoherentie' kunt ontregelen: bij het maken van een hoofdrekensommetje springt het balkje op rood, door het visualiseren van een indrukwekkende zonsondergang of kleurrijk snorkelavontuur wordt-ie weer groen.

'Doe je te erg je best dan werkt het niet meer,' weet Blase uit eigen ervaring, 'want dan verleg je de aandacht van je hart naar je hoofd. Ademhalingsoefeningen hebben dan ook geen zin als je in een acute stress-situatie belandt.' Wél verbetert de beheersing van stress tijdens examens, vergaderingen en optredens van degene die driemaal daags met zijn hart oefent, zo luidt zijn theorie, die door Roukema van Unilever wordt bevestigd: 'Niet alleen kan ik me beter concentreren, ik ervaar over de hele lijn een verbeterde performance.'

Chris Sawicki van HunterKane, het Engelse zusterbedrijf van Heartmath, illustreert het effect van de hartritme-training met cijfers uit 500 door Shell-medewerkers ingevulde vragenlijsten: 'Zes maanden na afloop van de training is het percentage managers met vermoeidheidsklachten verminderd van 53 tot 29 procent en heeft nog maar 10 procent last van slapeloosheid, tegenover 21 procent voordat we ze trainden.' Ook op de werkvloer is vooruitgang meetbaar volgens de evaluatie achteraf: '67 procent van de managers boekt een half jaar na de training excellente resultaten, een toename van bijna 10 procent, en het percentage mensen dat overweegt een baan buiten het bedrijf te zoeken is gehalveerd tot 13 procent.' Erdbrink vermoedt dat de training voorkomt dat mensen in het voorportaal van een burn-out belanden, vaak het gevolg van een stapeling van kleine ergernissen, frustraties en spanningen: 'Na de training wordt je minder snel driftig, luister je beter en heb je meer zelfvertrouwen.' Volgens Roukema, die in haar middelbare schooltijd aan yoga deed, is er voor het bedrijfsleven nog een steekhoudend argument: 'Dit is niet iets waar je in hoeft te geloven, zoals meditatie, maar onderbouwd door medisch onderzoek.'

Dat de hartslag omhoog gaat bij werkstress liet Irene Houtman zien tijdens een experiment waarop ze in 1991 aan de VU promoveerde. Zeventig leraren bond ze een hartslagmeter om hun borstkas en liet ze zo een uur frontaal lesgeven aan een klas oudere leerlingen. Of het nou "oude rotten" in het vak waren of beginnende leraren aan het einde van hun stageperiode, de hartslag vertoonde hetzelfde verloop: een kwartier voor de les begint de hartslag te stijgen, bereikt bij het binnengaan van de klas een maximum van 130 tot 140 slagen per minuut - bij een enkele "beginner" zelfs 170 -, zakt in de loop van de les weer met 10 slagen om pas een kwartier ná de les weer terug te keren op het normale niveau van rond de tachtig. Met zo'n verhoogde hartslag is op een hometrainer al na twintig minuten sprake van een "duurtraining die leidt tot flink hijgen en transpireren", vertelt een handboek conditietraining. Na een confrontatie met de klas kan de onervaren docent zijn sportschoolbezoek wel een keertje overslaan!

Ook Eco de Geus, hoogleraar psychofysiologie aan de VU, beaamt dat er in stressvolle beroepen bijna letterlijk sprake is van topsport. Hij onderzocht de hartslag van voetbalscoaches en TV-presentatoren en constateerde dat 'Sonja Barend doodleuk met een hartslag van 170 een live interview houdt.' Hij noemt de verhoogde hartslag de preparatie-response van het menselijk lichaam, dat zich in bedreigende situaties voorbereidt op spieractiviteit. 'Vluchten of vechten zijn de opties,' zegt De Geus, 'en kennelijk heb je die response nodig om te kunnen presteren in situaties waarin je alert moet zijn op impulsen uit de omgeving.' Hij ziet niet in waarom je dat door een training moet proberen te veranderen: 'Zo lang je er geen last van hebt, is een hoge hartslag niet erg. Heb je na drie keer optreden voor een volle zaal nog steeds bovenmatige stress, kies dan een ander beroep.'

'Het is niet de frequentie van de hartslag die we leren beďnvloeden, maar de variatie van het hartritme,' vertelt Blase in zijn werkkamer in Hilversum. Bladmuziek van Jesus Christ Superstar prijkt op zijn muziekstandaard, vanaf een boekenkast kijken Indonesische houtsnijbeeldjes de bezoeker grimmig aan. De trainingsmethode waarmee het Nederlandse bedrijfsleven nu experimenteert past hij al enkele jaren toe in het onderwijs. Blase: 'In 1991 ontdekten wetenschappers in de Verenigde Staten naast het brein een tweede regelsysteem: een neuraal netwerk rond het hart.' Ontdekker van deze concurrent van het brein in de menselijke stuurkamer, Andrew Armour van de University of Montréal, laat per e-mail weten dat hij dit cardioneurale netwerk "the little brain on the heart" heeft gedoopt. 'Geven hart en brein verschillende signalen af aan zenuwstelsel en hormoonhuishouding, dan raakt het lichaam ontregeld,' verduidelijkt Blase de theorie, 'met de aanmaak van het stress-hormoon cortisol tot gevolg.' De in de VS door het bedrijf Heartmath ontwikkelde trainingsmethode is er op gericht beide signalen met elkaar in fase te brengen: Kapitein Brein en Stuurman Hart moeten het eens worden over de te volgen koers. Dat lukt alleen bij een regelmatige hartritme: de tijd tussen twee opeenvolgende samentrekkingen van de hartspier varieert dan binnen een vaste bandbreedte. "Coherentie van hart en brein" noemt Blase deze eensgezinde toestand in het lichaam wiens eigenaar dan een gevoel van geluk en diepe rust ervaart.

Naast De Geus heeft nog een onafhankelijke deskundige zo zijn twijfels over training van het hartritme. 'Alles wat het hart doet heeft effect op het zenuwcentrum en het verloop van cognitieve processen, dat is boven iedere twijfel verheven,' vertelt Harald Merckelbach, hoogleraar experimentele psychologie van de Universiteit van Maastricht, 'maar je moet je niet teveel voorstellen van de mogelijkheid die bottom-up signalen te beďnvloeden. Niet voor niets praten neurologen over het autonome zenuwstelsel.' Tot in de jaren vijftig zag men het brein als het dominante regelsysteem, dat het zenuwstelsel top-down aanstuurde. In de jaren zestig ontdekten wetenschappers dat een verhoogde hartslag leidt tot een "defensie-reflex" in het brein; die onderdrukt perifere details omdat ze de aandacht afleiden van het dreigende gevaar. 'Blijkbaar spelen de hartslag en hartslagvariaties een rol in de hogere informatieverwerking,' gaat Merckelbach verder, 'maar dat effect duurt maar een paar seconden.' Dat een boogschutter zonder defensie-reflex beter mikt, staat daarom vast volgens hem, maar hij zet grote vraagtekens bij claims van managers dat ze betere beslissingen nemen door een dagelijkse portie hartgymnastiek.

'De metafoor van het hart als tweede brein is in de trainerswereld blijkbaar letterlijk genomen,' vermoedt Merckelbach, 'en nu creëren trainers een psychologisch effect.' Sociaal psychologen hebben in experimenten laten zien dat een gemanipuleerde, onjuiste feedback over de hartslag het beoordelingsvermogen van proefpersonen vérstrekkend beďnvloedt. 'Zo gaat het ook met getrainde managers,' volgens Merckelbach, 'die dénken dat hun hartslag ook na de eerste seconden lekker rustig blijft en gaan daardoor beter presteren.' Deze verklaring zou een ander licht kunnen werpen op de resultaten van een experiment dat Blase uitvoerde met leerlingen van een Rotterdamse basisschool. Zes weken lang deden kinderen van groep 3 dagelijks oefeningen gericht op het borst-hart gebied en in die periode kregen ze via de computer vijfmaal feedback over hun hartritme. Het gemiddelde AVI-leesniveau steeg in die periode van 0,8 naar 2,4 - een stijging waar normaal een half jaar voor staat. Opmerkelijk is dat ook kinderen die er niet in slaagden het hartslagbalkje op groen te krijgen tóch grotere leesvorderingen boekten dan de kinderen in een controlegroep. 'Deze resultaten suggereren inderdaad een ander werkingsmechanisme,' erkent Blase, die wil onderzoeken of de verbeterde leesprestaties te danken zijn aan de hartritme feedback of aan het oefenprogramma. Roukema haalt haar schouders op over bedenkingen van skeptici: 'Niet alleen zie je het via de vingersensor voor je neus gebeuren, belangrijker is dat ik zelf merk dat het werkt.' Voor brede toepassing binnen Unilever is doorslaggevend hoe de training door de managers wordt ontvangen en of ze voldoende gemotiveerd zijn er langere tijd mee door te gaan. Die beslissing moet ze nog nemen met haar collega's. Privé houdt ze in ieder geval een goed gevulde prijzenkast over aan haar hartgymnastiek, want sinds twee jaar presteert ze steeds beter in de regionale golfcompetitie. Na een mislukte hole kalmeert ze zichzelf met de hedendaagse variant van "tot tien tellen voor je boos wordt" en laat dan haar hart "toeslaan": met een welgemikte swing legt ze het golfballetje precies waar ze het hebben wil.


Gepubliceerd in Intermediair