Weg met het scherm
Alleen stille banden en motoren
verminderen geluidshinder
Na fijn stof is geluidsoverlast het
volgende door verkeer veroorzaakte milieuprobleem. Op last van Brussel brengen
de grote gemeenten de ergste knelpunten alvast in kaart, maar alleen Europese
regels kunnen het verkeer stiller maken.
© 2007
Hartinfarcten,
hoge bloeddruk, slechte leerprestaties. Ongezond voedsel is deze keer niet de
boosdoener, net zomin als fijn stof. Nee, volgens een alarmerend persbericht
van de Nederlandse Stichting Geluidshinder (NSG) is geluid over 10 jaar
milieuprobleem nummer één. Ze verwijst daar bij naar onderzoek van het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Katholieke
Universiteit Brabant (KUB), die de effecten van geluidshinder vergeleken met
die van luchtverontreiniging, UV-straling,
verkeersongevallen en alcoholmisbruik.
Volgens
De
EU-richtlijn omgevingslawaai verplicht 63 gemeenten, verdeeld over 6 agglomeraties
(naast de vier grote steden zijn dat Eindhoven en de voormalige mijnstreek bij
Heerlen), alle geluidsbelastingen in kaart brengen. Alle wegen, spoorwegen,
industrieterreinen en luchtvaartterreinen die meer geluid produceren dan 55
decibel, vergelijkbaar met het geluid van een stille afwasmachine, moeten ze voor
30 juni 2007 op een zogeheten geluidsbelastingkaart zetten. Contouren rondom
geluidsbronnen geven daarop aan tot hoever het geluid reikt. Volgens
Dat zijn
veel te veel geluidsgehinderden, vindt het rijk, en
daarom heeft het al in 1986 wettelijk vastgelegd dat gemeenten op kosten van
het rijk alle knelpunten moeten saneren. Daarbij worden de ergste gevallen het
eerste aangepakt: beginnen met geluidsmaatregelen in woongebieden met meer dan
70 decibel, daarna in gebieden met 65 decibel, en zo verder. Van de 500.000
woningen die bij de inwerkingtreding van de wet nog in de herrie stonden, zijn de
ergste gevallen inmiddels wel gesaneerd, aldus Jacobs. “We zitten ongeveer op
de helft van de saneringsoperatie. Ik verwacht dat gemeenten nu de volgende
groep gaan aanmelden, woningen in gebieden met 60 tot 65 decibel.”
Voor alle
nieuw te bouwen woningen zijn gemeenten vrij in het aanwijzen van knelpunten. Mag
een stiltebewuste plattelandsgemeente de grens voor geluidshinder bij 60
decibel leggen, terwijl een gemeente in de Randstad dat pas doet bij 70
decibel? Ja, zo bevestigt
Vóór eind
juni zullen de 63 gemeenten hun geluidsbelastingskaart
vaststellen en die in juli op het internet zetten, zo is de verwachting, daarna
hebben ze nog een jaar de tijd om in actieplannen aan te geven hoe ze
knelpunten gaan aanpakken. Dat zal niet meevallen, want in de binnensteden kun
je niet veel meer doen dan het vrachtverkeer weren of een stil wegdek
aanbrengen. “Allemaal middelen die op de nodige weerstand uit verkeerskundige
hoek zullen stuiten,” volgens Jacobs, “uiteindelijk is
gevelisolatie vaak de enige oplossing in de stad, maar daarmee wordt de geluidsbelasting
zèlf niet aangepakt. Dat is dus niet meer dan een
lapmiddel.” Isolatie werkt bovendien alleen in de winter, want op een warme
zomerdag gaan de ramen weer open. En de overheid wil toch dat we beter
ventileren?
Maar is er
dan wél wat te doen aan het verkeerslawaai langs
snelwegen, waar de ene na de ander woonwijk uit de grond wordt gestampt?
Geluidsschermen zijn de voor de hand liggende oplossing, en volgens geluidsdeskundige
Foort de Roo van TNO valt
daar heel wat mee te bereiken. “Ongeacht de vorm kan een scherm van 3 à
Het
gewenste geluidsniveau van 50 decibel dat de Wet Geluidhinder voorschrijft voor
nieuwe situaties, wordt achter een scherm lang niet altijd bereikt. De Roo: “Vaak zijn de geluidsschermen te krap gedimensioneerd
voor de huidige verkeersintensiteit. Ten tijde van de aanleg had men de groei
van het verkeer niet helemaal goed ingeschat. En de
verwachting dat voertuigen stiller zouden worden kwam niet uit. De afgelopen
twintig jaar is het er niet stiller op geworden.” Als geluidsschermen te krap
zijn en motoren te luidruchtig, dan moet het wegdek maar stiller, zo luidde de redenatie achter een experiment met tweelaags
zoab (zeer open asfalt beton) op de ringweg A10 rond
Amsterdam. Maar vijf jaar na de aanleg blijkt het geluidsdempende effect alweer
tenietgedaan, zo bleek onlangs uit metingen van het RIVM. In opdracht van
Rijkswaterstaat wordt er vooral heel hard gestudeerd op dit onverklaarbare fenomeen,
maar een technologische doorbraak is voorlopig nog niet in zicht.
Waarom wil Europa
dan toch dat gemeenten de geluidsbelasting in kaart brengen? Er zijn immers geen
effectieve maatregelen om het verkeerslawaai terug te dringen.
De geluidsbelastingkaarten
die gemeenten nu maken, zo legt hij uit, zijn voor Brussel het statistisch
fundament onder strengere geluidseisen die het aan voertuigen wil stellen. Na
alle ophef over fijn stof
zitten de autofabrikanten namelijk niet te wachten op nog meer
regels, zo verwachten de Europese ambtenaren, en daarom zetten die alles op
alles om nieuwe geluidsmaatregelen met harde cijfers af te dwingen. Want niet alleen
moeten auto’s schoner vanwege fijn stof. Omwille van de volksgezondheid moeten ze
ook stiller. En stel dát autofabrikanten daar aan
meewerken, mogen die lelijke geluidsschermen dan straks weer weg?
Gepubliceerd in Binnenlands Bestuur